'Heimwee is het gevoel van verlangen naar huis, of algemener gezegd, naar de geborgenheid en de zekerheden van het bekende'
Deze definitie heb ik steeds opnieuw gelezen, natuurlijk klopt het want je hebt nooit heimwee naar iets wat je niet kent of meegemaakt hebt. Toch???
Het gevoel van verlangen naar huis, daar zou ik liever willen zeggen 'thuis'.
Want wat is huis.... waar je ook woont of gaat wonen, je neemt altijd jezelf mee (zei mijn wijze lieve moeder).
En waar voel jij je met jezelf dan het meeste thuis. Ik zou mij niet thuis voelen op 3 hoog achter en bevind mij dan ook in de bevoorrechte positie dat dit niet hoeft.
Je voelt je thuis bij je geliefde, je gezin, je huisdieren, je geliefde spulletjes, je (droom)baan en zo kan ik nog wel even doorgaan. Betekent dit dat je bang bent voor het onbekende? Nee, dat denk ik niet maar dat is natuurlijk voor iedereen totaal verschillend.
Wanneer heb je heimwee, dat is een goede vraag.
Hoogst waarschijnlijk in een periode in je leven dat het allemaal niet zo soepel loopt. Dan heb je heimwee naar vroeger of naar rust.
Of wanneer je verlaten van huis en haard op een plek zit waar je helemaal niet wilt zijn, al of niet door het toeval.
Alweer 17 jaar geleden zat ik geheel uit vrije wil in Australië, een prachtig land waar veel backpackers naar toe gaan en waar iedere Nederlander zowat familie heeft wonen.
Van mijn overbuurvrouw in Nederland kreeg ik als leesvoer het boek 'Toen God verdween uit Jorwert' van Geert Mak, mee.
En midden in dat prachtige Australië waar ik door familie hartelijk verwelkomd werd, waar het 35 graden was, de mooiste vogels vliegen en zingen, het in de natuur naar eucalyptus ruikt, de zon en maan aan de andere kant opkomen, de oceaan de mooiste kleuren blauw heeft, kreeg ik door het boek van Geert Mak een onbedaarlijke heimwee naar Friesland. Een heimwee dat echt pijn deed. Dat moesten de genen van mijn Friese voorouders zijn, dat kon niet anders. Ik kon niet wachten op het vliegtuig naar Nederland.
Hoe mooi mijn vakantie ook was, ik wilde terug. Het gevoel was bijna zo intens als verliefd zijn: vlinders in je buik, je hart en je hoofd zijn er vol van. En dat terwijl ik niet bekend sta om enige vorm van heimwee. Als alles thuis goed verzorgd is, kan ik maanden achtereen wegblijven.
Kan je heimwee hebben naar iets dat in je genen zit? Iets waar je voorouders zich bij thuis voelden?
Mijn Friese voorouders hielden van bossen en land. Dan er zijn er nog Engelse en Zweedse voorouders, die genen heb ik ook. Maar de genen van de Duitse en Vlaamse voorouders houden zich opvallend rustig. Zowel in emoties als taal.
Heimwee, een verlangen naar iets wat je kent, waar je je thuis of veilig bij voelt, wat je graag opnieuw wilt beleven, waar je gemakkelijk kunt aarden, maar vooral ook wat je mist. Je mist iets of iemand waar je van houdt, dat bekend voor je is. En dat hoeft niet altijd geborgenheid te betekenen. Het kan ook 'avontuur' zijn. Immers, als je terugkeert naar de plek of het gevoel waar je heimwee naar hebt, betekent dat toch altijd een nieuwe toekomst. Het oude komt nooit meer terug.
Heimwee naar een basis, dat spreekt mij meer aan. Een basis waarop je verder bouwt.
Helen
maandag 26 juni 2017
Heimwee.... wat is dat? Zomaar een gedachte
Labels:
band,
boek,
boeken,
bos,
duitsland,
engeland,
familie,
geert mak,
genen,
heimwee,
land,
lezen,
schrijven,
thuis,
toen god verdween uit jorwet,
vaderland,
vlaanderen,
voorouders,
zweden
donderdag 22 juni 2017
De rode roos (kort verhaal)
Langzaam dwarrelden de tere rode blaadjes met de matte glans van dure zijde waar miljoenen rupsen aan gesponnen hadden, naar het schelpenpad waar een amper waarneembare windvlaag ze even deed opwippen als in een laatste voorzichtige stuiptrekking.
Hoe toepasselijk dacht hij terwijl zijn ogen de blaadjes volgden; de laatste stuiptrekking.
Hij zat al in de reservetijd van zijn herfst en als hij in de spiegel keek was er geen blaadje meer te bekennen. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Zo kaal als een biljartbal maar zo rimpelig als een oude leren voetbal die sinds mensenheugenis ergens lag te vergaan.
Zijn ogen die vroeger zo blauw waren dat menig meisje er geen weerstand aan kon bieden, dreven nu flets in een poel van overtollig traanvocht tussen hangende en uitgezakte oogleden. Het deppen van zijn ooghoeken was in de loop der jaren een gewoonte geworden, zijn zakdoek was met hem vergroeid.
Ach vroeger, vroeger was hij een knappe vent, recht van lijf en leden, een dikke bos haar en een charmante glimlach. Hij keek niet op een vriendinnetje, waarom zou hij, hij kon er aan iedere vinger wel 10 krijgen.
En wat een jaloezie veroorzaakte het toen hij eindelijk zijn keus maakte en met het mooiste meisje ooit trouwde. Een sprookjeshuwelijk vond men.
Hij begreep nog steeds niet helemaal hoe hij in haar netten verstrikt was geraakt. Ja, ijdelheid, dat begreep hij inmiddels wel. En ook nog eens ijdelheid van beide kanten: zij de knapste jongen en hij het knapste meisje.
En maar niet luisteren naar de wijze raad van zijn ouders die hem probeerden te vertellen dat een knap snoetje een buitenkant is en ook nog eens vergankelijk. "De binnenkant, daar gaat het om, daar moet je je hele leven mee toekunnen!"
Dat 'hele leven' hadden ze niet gehaald. Het duurde wel heel erg kort voor ze er beiden genoeg van hadden.
Van haar mocht hij niet naar andere vrouwen kijken terwijl zij zelf ongegeneerd bleef flirten met ieder man die ze tegenkwamen. De ruzies waren niet van de lucht, er werden harde woorden gesproken!
Zijn ijdelheid verplichtte hem boos te zijn toen hij ingeruild werd voor een mooier maar vooral rijker exemplaar. De boosheid duurde niet lang en hij genoot van zijn herwonnen vrijheid.
Maar toch kon hij haar niet vergeten; naarmate hij ouder werd vergat hij de scherpe kantjes en werden de romantische herinneringen sterker, deden hem zelfs glimlachen.
Met nog weinig toekomst en heel veel verleden had hij zijn achterneefje haar naam laten Googelen. Dit leerde hem dat schoonheid niet gelijk stond aan geluk en inderdaad vergankelijk was. Zeer vergankelijk zelfs.
Hier stond hij voor haar graf met de brede hoge steen waarop, even tellen, maar liefst 4 ex echtgenoten vermeld stonden. Exclusief zijn naam.
Vier, dacht hij, nee vijf keer getrouwd!!!
Hij plukte verder aan de roos: zij hield niet van me..... zie hield van me..... ze hield niet van me.....
En het laatste blaadje voegde zich zigzaggend bij zijn voorgangers.
Helen
Hoe toepasselijk dacht hij terwijl zijn ogen de blaadjes volgden; de laatste stuiptrekking.
Hij zat al in de reservetijd van zijn herfst en als hij in de spiegel keek was er geen blaadje meer te bekennen. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Zo kaal als een biljartbal maar zo rimpelig als een oude leren voetbal die sinds mensenheugenis ergens lag te vergaan.
Zijn ogen die vroeger zo blauw waren dat menig meisje er geen weerstand aan kon bieden, dreven nu flets in een poel van overtollig traanvocht tussen hangende en uitgezakte oogleden. Het deppen van zijn ooghoeken was in de loop der jaren een gewoonte geworden, zijn zakdoek was met hem vergroeid.
Ach vroeger, vroeger was hij een knappe vent, recht van lijf en leden, een dikke bos haar en een charmante glimlach. Hij keek niet op een vriendinnetje, waarom zou hij, hij kon er aan iedere vinger wel 10 krijgen.
En wat een jaloezie veroorzaakte het toen hij eindelijk zijn keus maakte en met het mooiste meisje ooit trouwde. Een sprookjeshuwelijk vond men.
Hij begreep nog steeds niet helemaal hoe hij in haar netten verstrikt was geraakt. Ja, ijdelheid, dat begreep hij inmiddels wel. En ook nog eens ijdelheid van beide kanten: zij de knapste jongen en hij het knapste meisje.
En maar niet luisteren naar de wijze raad van zijn ouders die hem probeerden te vertellen dat een knap snoetje een buitenkant is en ook nog eens vergankelijk. "De binnenkant, daar gaat het om, daar moet je je hele leven mee toekunnen!"
Dat 'hele leven' hadden ze niet gehaald. Het duurde wel heel erg kort voor ze er beiden genoeg van hadden.
Van haar mocht hij niet naar andere vrouwen kijken terwijl zij zelf ongegeneerd bleef flirten met ieder man die ze tegenkwamen. De ruzies waren niet van de lucht, er werden harde woorden gesproken!
Zijn ijdelheid verplichtte hem boos te zijn toen hij ingeruild werd voor een mooier maar vooral rijker exemplaar. De boosheid duurde niet lang en hij genoot van zijn herwonnen vrijheid.
Maar toch kon hij haar niet vergeten; naarmate hij ouder werd vergat hij de scherpe kantjes en werden de romantische herinneringen sterker, deden hem zelfs glimlachen.
Met nog weinig toekomst en heel veel verleden had hij zijn achterneefje haar naam laten Googelen. Dit leerde hem dat schoonheid niet gelijk stond aan geluk en inderdaad vergankelijk was. Zeer vergankelijk zelfs.
Hier stond hij voor haar graf met de brede hoge steen waarop, even tellen, maar liefst 4 ex echtgenoten vermeld stonden. Exclusief zijn naam.
Vier, dacht hij, nee vijf keer getrouwd!!!
Hij plukte verder aan de roos: zij hield niet van me..... zie hield van me..... ze hield niet van me.....
En het laatste blaadje voegde zich zigzaggend bij zijn voorgangers.
Helen
Labels:
bezoek,
boeken,
googelen,
graf,
herfst,
herinneringen,
lezen,
ouderdom,
plukken,
rood,
roos,
rozen,
schoonheid,
schrijven,
vergankelijkheid,
wind
maandag 19 juni 2017
De Noordkaap
Niet een voor de hand liggend onderwerp op een snikhete dag als vandaag.
Of misschien ook wel, zeker voor diegenen die net als ik, 22+ te warm vinden. Ga nou niet zeggen dat ik een ondankbare zeurpiet ben want ik vind het echt fijn dat de zon schijnt en het eindelijk eens een keertje niet waait.
Zo nu en dan zie ik de blaadjes aan de perenboom zachtjes bewegen maar meer ook niet. Ook zij hebben het warm.
In de pruimenboom nestelen pa en ma houtduif die elkaar met een diep koerend geluid de liefde verklaren.
Vlindertjes dartelen door de tuin en de bijtjes controleren regelmatig de struik met Theerozen die ineens losbarst in een heftige bloei.
De honden liggen uitgeteld op de koelste plekken in huis of in het gras in de schaduw van de bomen.
En dan, op zo'n moment denk ik ineens aan de Noordkaap.
Vijf jaar geleden waren wij rond deze tijd bezig met de voorbereidingen voor de camperreis naar het meest noordelijke puntje van het Europese vasteland. Ondanks dat iedereen riep dat je de Noordkaap minsten 1 keer in je leven gezien moest hebben, was het niet het doel van onze reis.
Het doel was de reis op zich; 8 weken met de camper onderweg zijn via Zweden, Finland, de Noordkaap, de Noorse kust en Denemarken. Vooral de reis terug langs de Noorse kust leek ons geweldig. En we werden niet teleurgesteld. Als je ooit die kant op wilt, houd dan zo veel mogelijk de kust aan en indien mogelijk, de kleinste (begaanbare) binnenwegen. De Fjorden en hun dorpjes, de soms bijna onbegaanbare tunnels en last but not least de adembenemend mooie Fjorden.
Maar terug naar de Noordkaap, destijds geen goedkope onderneming omdat je twee maal tolgeld moest betalen voor de onvermijdelijke laatste tunnel en nog eens parkeergeld op de kaap zelf. Al met al waren we 140 Euro kwijt voor 2 dagen.
We kwamen aan met enorme hagel-, regen- en onweersbuien. Zo hevig dat we onderweg twee keer moesten stoppen omdat doorrijden te gevaarlijk was. Maar wel een belevenis!
De volgende dag was het prachtig weer en keken we diep onder de indruk, uit over die enorme oceaan die ons scheidde van de Noordpool; de Baretnszzee.
De cruiseschepen die ver beneden ons voorbij kwamen tuffen, leken op miniatuurbootjes. Zo nu en dan hoorde je vanaf de schepen een verdwaalde stem die de bijzonderheden van deze plek door de luidsprekers schalde.
Bovenop de kaap was het een drukte van belang. Hordes bussen die honderden toeristen uitbraakten; allen voorzien van gekleurde nummers die aangaven bij welke bus je hoorde. Zo liepen er bijvoorbeeld tientallen mensen met rode plaatjes met het getal 34 of gele plaatjes met nummer 86. En zo kan ik nog even doorgaan, alle kleuren en nummers waren vertegenwoordigd.
Al deze mensen hadden geboekt voor een non-stop reis met bussen die van alle gemakken waren voorzien en met meerdere chauffeurs de reis in 1 keer konden maken.
Een aardige Fransman vertelde ons dat hij eerst naar Nederland was gereisd, daar op de bus was gestapt en na 3 dagen hier een dag mocht rondkijken. Na een paar uur vertrokken de bussen en 's avonds was het weer stil. Restte nog verdwaalde 'nummerplaatjes' (nu maar hopen dat deze mensen niet in de verkeerde bus waren gestapt.....) en de campeerders (campers en tentjes) die genoten van de zon die maar niet onder ging.
Maar of iedereen uit al die bussen ook zo genoot.....
Het beeld van de oude Japanse mevrouw die doodmoe (of gedemotiveerd) over de Noordkaap sjokte en zich ongetwijfeld afvroeg waarom ze toch geluisterd had naar haar kinderen die zeiden: "Eerst de Noordkaap zien en dan sterven" en "Okâsan, je hebt dan mooie verhalen voor je kleinkinderen" (Onzin dacht okâsan, de kleinkinderen zijn allemaal mee!!) komt nog regelmatig terug.
Haar vermoeide slepende tred, het gebogen hoofd met de grote hoed, geen oog voor haar omgeving.
Ik had bijna mijn armen om haar heen geslagen, ze maakte zo'n verloren en verlaten indruk!
De reis naar de Noordkaap inspireerde mij wel tot het schijven van mijn eerste e-boekje. De verscheidenheid aan mensen en natuur, overnachten in het wild of op een camping, het observeren heeft (herkenbare) verhalen opgeleverd. De naam voor het e-boekje was dan ook snel bedacht: 'Observaties'.
Kijken en observeren lieve mensen, is een groot goed. Je hoeft het niet perse met je ogen te doen. Het kan door te luisteren, te ruiken en te voelen (leg je hand eens op een door de zon verwarmde rots).
Maar observeer vooral met je hart, zet het wijd open en laat alles binnenkomen.
Helen
Of misschien ook wel, zeker voor diegenen die net als ik, 22+ te warm vinden. Ga nou niet zeggen dat ik een ondankbare zeurpiet ben want ik vind het echt fijn dat de zon schijnt en het eindelijk eens een keertje niet waait.
Zo nu en dan zie ik de blaadjes aan de perenboom zachtjes bewegen maar meer ook niet. Ook zij hebben het warm.
In de pruimenboom nestelen pa en ma houtduif die elkaar met een diep koerend geluid de liefde verklaren.
Vlindertjes dartelen door de tuin en de bijtjes controleren regelmatig de struik met Theerozen die ineens losbarst in een heftige bloei.
De honden liggen uitgeteld op de koelste plekken in huis of in het gras in de schaduw van de bomen.
En dan, op zo'n moment denk ik ineens aan de Noordkaap.
Vijf jaar geleden waren wij rond deze tijd bezig met de voorbereidingen voor de camperreis naar het meest noordelijke puntje van het Europese vasteland. Ondanks dat iedereen riep dat je de Noordkaap minsten 1 keer in je leven gezien moest hebben, was het niet het doel van onze reis.
Foto: Helen Varras |
Maar terug naar de Noordkaap, destijds geen goedkope onderneming omdat je twee maal tolgeld moest betalen voor de onvermijdelijke laatste tunnel en nog eens parkeergeld op de kaap zelf. Al met al waren we 140 Euro kwijt voor 2 dagen.
We kwamen aan met enorme hagel-, regen- en onweersbuien. Zo hevig dat we onderweg twee keer moesten stoppen omdat doorrijden te gevaarlijk was. Maar wel een belevenis!
De volgende dag was het prachtig weer en keken we diep onder de indruk, uit over die enorme oceaan die ons scheidde van de Noordpool; de Baretnszzee.
De cruiseschepen die ver beneden ons voorbij kwamen tuffen, leken op miniatuurbootjes. Zo nu en dan hoorde je vanaf de schepen een verdwaalde stem die de bijzonderheden van deze plek door de luidsprekers schalde.
Bovenop de kaap was het een drukte van belang. Hordes bussen die honderden toeristen uitbraakten; allen voorzien van gekleurde nummers die aangaven bij welke bus je hoorde. Zo liepen er bijvoorbeeld tientallen mensen met rode plaatjes met het getal 34 of gele plaatjes met nummer 86. En zo kan ik nog even doorgaan, alle kleuren en nummers waren vertegenwoordigd.
Al deze mensen hadden geboekt voor een non-stop reis met bussen die van alle gemakken waren voorzien en met meerdere chauffeurs de reis in 1 keer konden maken.
Een aardige Fransman vertelde ons dat hij eerst naar Nederland was gereisd, daar op de bus was gestapt en na 3 dagen hier een dag mocht rondkijken. Na een paar uur vertrokken de bussen en 's avonds was het weer stil. Restte nog verdwaalde 'nummerplaatjes' (nu maar hopen dat deze mensen niet in de verkeerde bus waren gestapt.....) en de campeerders (campers en tentjes) die genoten van de zon die maar niet onder ging.
Foto: Helen Varras |
Het beeld van de oude Japanse mevrouw die doodmoe (of gedemotiveerd) over de Noordkaap sjokte en zich ongetwijfeld afvroeg waarom ze toch geluisterd had naar haar kinderen die zeiden: "Eerst de Noordkaap zien en dan sterven" en "Okâsan, je hebt dan mooie verhalen voor je kleinkinderen" (Onzin dacht okâsan, de kleinkinderen zijn allemaal mee!!) komt nog regelmatig terug.
Haar vermoeide slepende tred, het gebogen hoofd met de grote hoed, geen oog voor haar omgeving.
Ik had bijna mijn armen om haar heen geslagen, ze maakte zo'n verloren en verlaten indruk!
De reis naar de Noordkaap inspireerde mij wel tot het schijven van mijn eerste e-boekje. De verscheidenheid aan mensen en natuur, overnachten in het wild of op een camping, het observeren heeft (herkenbare) verhalen opgeleverd. De naam voor het e-boekje was dan ook snel bedacht: 'Observaties'.
Kijken en observeren lieve mensen, is een groot goed. Je hoeft het niet perse met je ogen te doen. Het kan door te luisteren, te ruiken en te voelen (leg je hand eens op een door de zon verwarmde rots).
Maar observeer vooral met je hart, zet het wijd open en laat alles binnenkomen.
Helen
vrijdag 16 juni 2017
De man aan het kanaal (kort verhaal)
Met als extra kleding een pet, sjaal en handschoenen, was hij goed beschermd tegen de toch wel koude voorjaarswind die recht over de vlakke weilanden en het kanaal het zand op de kade deed opwaaien. De luiken van de 18e-eeuwse boerderij achter hem rammelden.
Thuis had hij zich zoals gewoonlijk, weinig aangetrokken van de bezorgdheid van zijn vrouw die vond dat het te koud was voor zijn geliefde ritje naar de plek waar hij uren kon genieten van de voorbijvarende boten en een praatje kon maken met de oude gepensioneerden uit zijn dorpje.
Sinds hij geen auto meer reed en volledig afhankelijk was van anderen, was dit uitje hem bijna heilig geworden.
Hij dook weg in de kraag van zijn jas en keek hoe de golven tegen de kade sloegen. Gelukkig lag er geen schip zodat hij vrij uitzicht had. Soms lagen er grote Rijnaken te wachten tot ze door konden varen naar de zandafgraving een paar kilometer verderop. En een lege Rijnaak lag hoog in het water waardoor het zijn volledige uitzicht benam. Natuurlijk kon hij ook naar de haven gaan die slechts 500 meter verderop was maar hij vond het terrein daar wat moeilijk begaanbaar.
Zijn gedachten dwaalden af naar vroegere tijden en langzaam vervaagde het gerammel van de luiken en voelde hij de wind niet meer. In gedachten zat hij weer in zijn comfortabele auto waarmee hij tienduizenden kilometers per jaar reed.
Zelf noemde hij zich energiek, zijn vrienden noemden hem gedreven en zijn gezin onrustig. Want ook op zondag kwam hij niet tot rust en ging de hele familie op pad naar opa's en oma's, ooms en tantes, uitjes naar de hei, het strand, de bossen. Altijd waren ze onderweg omdat hij niet stil kon zitten.
Zelf had hij daar geen spijt van, zeker niet toen hij ziek werd en vooral het eerste jaar niet kon accepteren dat hij uitgerangeerd was. Want zo voelde het: 'uitgerangeerd', niet meer meetellen, de grip op zijn leven kwijtraken, denken dat je geen man en vader meer was. Dat woog voor hem veel zwaarder dan zijn ziekte met alle bijbehorende fysieke problemen.
Dat het ook een enorme wissel op zijn gezin trok en ook zij moesten leren omgaan met een man en papa die altijd thuis was en bijzonder opstandig was, drong wel tot hem door maar het kwam hem niet uit; hij kon dat er gewoon niet bij hebben.
De schelle schreeuw van een meeuw haalde hem uit zijn gedachten en hij keek gefascineerd toe hoe de vogel met een snelle duik een vis uit het kanaal haalde en deze opschrokte voor zijn soortgenoten zich ook op de prooi stortten.
Een dappere toerist in een motorboot pufte voorbij en zwaaide. Hij zwaaide terug en stak zijn duim omhoog.
Daarachter verscheen de enorme Aak 'Concordia' die hier regelmatig voorbijkwam. Ook deze keer toeterde de schipper naar hem. Opnieuw stak hij zijn hand op en zwaaide. Het deed hem goed dat je zo ook contacten kon leggen. Toch heel wat beter dan de moderne Sociale Media op de computer.
De wind voerde het geluid van de Kieviten en Steltlopers uit het weiland aan de overkant met zich mee. Als je goed luisterde was er hier genoeg te horen en toch was het zo heerlijk rustig.
Hij voelde zich dan ook bijna overvallen door de stem achter zich: "Morgen Van Douwen! Ik dacht al dat je hier zou zitten" en hij kreeg een goedmoedig klapje op zijn schouder.
"Goedemorgen Santema, ook even aan de wandel?" En beide heren begonnen, hoe voorspelbaar, een praatje over het weer.
Hoe aardig hij Santema ook vond, de man kon bijzonder langdradig zijn waardoor hij al gauw zijn interesse in de verhalen verloor. Daardoor voelde hij ook hoe koud de wind nog was en wreef zijn gehandschoende handen stevig langs elkaar. De sjaal bleek toch niet zo erg warm meer te zijn en zijn oren die onder de pet uitstaken, koelden nu snel af. Maar Santema zag het niet en kletste gezellig door.
"Sorry Santema:" zei hij. "Ik zit hier al een poosje en man wat is het koud! Mijn vrouw had gelijk, ik had mij veel warmer moeten aankleden. Ik ga terug als je het niet erg vindt".
Santema keek naar hem en gebruikte een aloud grapje tussen hen om afscheid te nemen: "Natuurlijk Van Douwen, ga maar naar huis en warm je voeten bij het vuur, ik blijf hier nog even".
Dat grapje, zijn eigen grapje, maakte hem aan het lachen: "Doe ik! Tot de volgende keer".
Hij draaide aan het sleuteltje, zette zijn rolstoel in de eerste versnelling en reed langzaam weg, de wind in de rug en zich niet bewust van de gedachten van Santema die hem vol bewondering nakeek, zich afvragend of hij zelf het gemis van beide benen zo gemakkelijk zou kunnen accepteren.
Petje af voor Van Douwen dacht Santema terwijl hij het onderwerp van zijn gedachten kleiner en kleiner zag worden en de wind het knerpende geluid van de banden van de rolstoel op het schelpenpad overstemde.
Helen
Thuis had hij zich zoals gewoonlijk, weinig aangetrokken van de bezorgdheid van zijn vrouw die vond dat het te koud was voor zijn geliefde ritje naar de plek waar hij uren kon genieten van de voorbijvarende boten en een praatje kon maken met de oude gepensioneerden uit zijn dorpje.
Sinds hij geen auto meer reed en volledig afhankelijk was van anderen, was dit uitje hem bijna heilig geworden.
Hij dook weg in de kraag van zijn jas en keek hoe de golven tegen de kade sloegen. Gelukkig lag er geen schip zodat hij vrij uitzicht had. Soms lagen er grote Rijnaken te wachten tot ze door konden varen naar de zandafgraving een paar kilometer verderop. En een lege Rijnaak lag hoog in het water waardoor het zijn volledige uitzicht benam. Natuurlijk kon hij ook naar de haven gaan die slechts 500 meter verderop was maar hij vond het terrein daar wat moeilijk begaanbaar.
Zijn gedachten dwaalden af naar vroegere tijden en langzaam vervaagde het gerammel van de luiken en voelde hij de wind niet meer. In gedachten zat hij weer in zijn comfortabele auto waarmee hij tienduizenden kilometers per jaar reed.
Zelf noemde hij zich energiek, zijn vrienden noemden hem gedreven en zijn gezin onrustig. Want ook op zondag kwam hij niet tot rust en ging de hele familie op pad naar opa's en oma's, ooms en tantes, uitjes naar de hei, het strand, de bossen. Altijd waren ze onderweg omdat hij niet stil kon zitten.
Zelf had hij daar geen spijt van, zeker niet toen hij ziek werd en vooral het eerste jaar niet kon accepteren dat hij uitgerangeerd was. Want zo voelde het: 'uitgerangeerd', niet meer meetellen, de grip op zijn leven kwijtraken, denken dat je geen man en vader meer was. Dat woog voor hem veel zwaarder dan zijn ziekte met alle bijbehorende fysieke problemen.
Dat het ook een enorme wissel op zijn gezin trok en ook zij moesten leren omgaan met een man en papa die altijd thuis was en bijzonder opstandig was, drong wel tot hem door maar het kwam hem niet uit; hij kon dat er gewoon niet bij hebben.
De schelle schreeuw van een meeuw haalde hem uit zijn gedachten en hij keek gefascineerd toe hoe de vogel met een snelle duik een vis uit het kanaal haalde en deze opschrokte voor zijn soortgenoten zich ook op de prooi stortten.
Een dappere toerist in een motorboot pufte voorbij en zwaaide. Hij zwaaide terug en stak zijn duim omhoog.
Daarachter verscheen de enorme Aak 'Concordia' die hier regelmatig voorbijkwam. Ook deze keer toeterde de schipper naar hem. Opnieuw stak hij zijn hand op en zwaaide. Het deed hem goed dat je zo ook contacten kon leggen. Toch heel wat beter dan de moderne Sociale Media op de computer.
De wind voerde het geluid van de Kieviten en Steltlopers uit het weiland aan de overkant met zich mee. Als je goed luisterde was er hier genoeg te horen en toch was het zo heerlijk rustig.
Hij voelde zich dan ook bijna overvallen door de stem achter zich: "Morgen Van Douwen! Ik dacht al dat je hier zou zitten" en hij kreeg een goedmoedig klapje op zijn schouder.
"Goedemorgen Santema, ook even aan de wandel?" En beide heren begonnen, hoe voorspelbaar, een praatje over het weer.
Hoe aardig hij Santema ook vond, de man kon bijzonder langdradig zijn waardoor hij al gauw zijn interesse in de verhalen verloor. Daardoor voelde hij ook hoe koud de wind nog was en wreef zijn gehandschoende handen stevig langs elkaar. De sjaal bleek toch niet zo erg warm meer te zijn en zijn oren die onder de pet uitstaken, koelden nu snel af. Maar Santema zag het niet en kletste gezellig door.
"Sorry Santema:" zei hij. "Ik zit hier al een poosje en man wat is het koud! Mijn vrouw had gelijk, ik had mij veel warmer moeten aankleden. Ik ga terug als je het niet erg vindt".
Santema keek naar hem en gebruikte een aloud grapje tussen hen om afscheid te nemen: "Natuurlijk Van Douwen, ga maar naar huis en warm je voeten bij het vuur, ik blijf hier nog even".
Dat grapje, zijn eigen grapje, maakte hem aan het lachen: "Doe ik! Tot de volgende keer".
Hij draaide aan het sleuteltje, zette zijn rolstoel in de eerste versnelling en reed langzaam weg, de wind in de rug en zich niet bewust van de gedachten van Santema die hem vol bewondering nakeek, zich afvragend of hij zelf het gemis van beide benen zo gemakkelijk zou kunnen accepteren.
Petje af voor Van Douwen dacht Santema terwijl hij het onderwerp van zijn gedachten kleiner en kleiner zag worden en de wind het knerpende geluid van de banden van de rolstoel op het schelpenpad overstemde.
Helen
Labels:
boeken,
boten aken,
dorp,
golven,
handschoenen,
kade,
kanaal,
koud,
lezen,
pet,
praten,
rolstoel,
schrijven,
warm,
wind
woensdag 14 juni 2017
De heggenschaar en ik
Eindelijk schijnt hier vandaag echt de zon, dwars door de sluierbewolking.
Waar de rest van Nederland al in badpak zat, was het hier grauw en regenachtig met veel wind. Maar waaien doet het hier 360 dagen per jaar, daar wen je aan.
Echter over de wind wilde ik het niet hebben, wel over de zon want daar maak ik graag gebruik van. Het gras was gelukkig droog genoeg om te maaien en dat heb ik vanmorgen als eerste gedaan (na mijn ontbijt, anders functioneer ik niet).
De elektrische grasmaaier heeft zijn best weer gedaan, helaas moesten de kleine bloempjes er weer aan geloven, wel weer jammer.
Toen het gras er weer netjes uitzag besloot ik ook de heg die aan de sloot bij het weiland grenst, te kortwieken. Een beetje onzinnig om je stoel met kussens te verhogen om er over heen te kunnen kijken!
Een van de twee vlierbesstruiken deed enorm zijn best om boom te wezen en hoe sneu ik het ook vond, er moest twee meter af.
De grasmaaier maakte plaats voor de heggenschaar, dezelfde waarmee ik een paar weken geleden ook de Buxushaagjes gemodelleerd heb. En niet alleen de Buxushaagjes...... ik heb toen het elektrische snoer ook maar 'ingekort'. En echt waar, dat was mij nog nooit eerder gebeurd!
Vol goede moed zette ik de 'schaar' in het riet waarna ik steeds dichter in de buurt van de haag kwam. Het snoer hield ik nauwlettend in de gaten want twee maal zoiets doms doen.... dat was mijn eer te na.
De een na de andere tak verdween en het uitzicht werd wijder en wijder. De vlier was als laatste aan de beurt. En ja, toen gebeurde alsnog. Terwijl ik tevreden de heg en vlier inspecteerde, gebruikte de schaar zijn laatste stuiptrekking om toch nog even het snoer door te zagen. Nu begrijp ik dat hij het er om doet, gewoon om mij zo ontzettend blond te laten lijken! (Over blond gesproken, mijn haar zat hierna beter dan ervoor.)
Gelukkig ben ik in staat zelf weer een nieuwe stekker aan het snoer te zetten en ondanks dat wel steeds korter wordt, kan het weer een ronde mee.
Vanaf nu hebben de heggenschaar en ik een haat-liefde verhouding. We kunnen niet zonder elkaar maar werken we samen, dan spatten de vonken eraf!
Helen
Waar de rest van Nederland al in badpak zat, was het hier grauw en regenachtig met veel wind. Maar waaien doet het hier 360 dagen per jaar, daar wen je aan.
Echter over de wind wilde ik het niet hebben, wel over de zon want daar maak ik graag gebruik van. Het gras was gelukkig droog genoeg om te maaien en dat heb ik vanmorgen als eerste gedaan (na mijn ontbijt, anders functioneer ik niet).
De elektrische grasmaaier heeft zijn best weer gedaan, helaas moesten de kleine bloempjes er weer aan geloven, wel weer jammer.
Toen het gras er weer netjes uitzag besloot ik ook de heg die aan de sloot bij het weiland grenst, te kortwieken. Een beetje onzinnig om je stoel met kussens te verhogen om er over heen te kunnen kijken!
Een van de twee vlierbesstruiken deed enorm zijn best om boom te wezen en hoe sneu ik het ook vond, er moest twee meter af.
De grasmaaier maakte plaats voor de heggenschaar, dezelfde waarmee ik een paar weken geleden ook de Buxushaagjes gemodelleerd heb. En niet alleen de Buxushaagjes...... ik heb toen het elektrische snoer ook maar 'ingekort'. En echt waar, dat was mij nog nooit eerder gebeurd!
Vol goede moed zette ik de 'schaar' in het riet waarna ik steeds dichter in de buurt van de haag kwam. Het snoer hield ik nauwlettend in de gaten want twee maal zoiets doms doen.... dat was mijn eer te na.
De een na de andere tak verdween en het uitzicht werd wijder en wijder. De vlier was als laatste aan de beurt. En ja, toen gebeurde alsnog. Terwijl ik tevreden de heg en vlier inspecteerde, gebruikte de schaar zijn laatste stuiptrekking om toch nog even het snoer door te zagen. Nu begrijp ik dat hij het er om doet, gewoon om mij zo ontzettend blond te laten lijken! (Over blond gesproken, mijn haar zat hierna beter dan ervoor.)
Gelukkig ben ik in staat zelf weer een nieuwe stekker aan het snoer te zetten en ondanks dat wel steeds korter wordt, kan het weer een ronde mee.
Vanaf nu hebben de heggenschaar en ik een haat-liefde verhouding. We kunnen niet zonder elkaar maar werken we samen, dan spatten de vonken eraf!
Helen
Labels:
blond,
boeken,
bomen,
elektriciteit,
gras,
heggenschaar,
lezen,
maaien,
regen,
schaar,
schrijven,
snoeien,
snoer,
struiken,
tuin,
wind,
zon
zondag 11 juni 2017
De Date (kort verhaal)
Zingend liep ze door haar slaapkamer waar ze al lang van te voren de kleren voor vanavond had klaargelegd. Ze hield er niet van om vlak voor een afspraak nog na te moeten denken over haar uiterlijk, daar was ze te efficiënt voor.
Als secretaresse zag ze ar altijd tip-top uit maar vandaag was een heel speciale dag, ze had een Date!
In een wereld van miljoenen vrijgezellen en bijna even veel Dating Sites was een Date natuurlijk niet uniek. Maar wel voor haar, de 40 jarige vrijgezelle die nog nooit de juiste man was tegengekomen.
De juiste mannen waren haar wel tegengekomen maar dat was niet tot haar doorgedrongen, ze had veel te veel voorkeuren op haar lijstje staan maar ook daar was ze zich niet van bewust. Anderen wel en die zagen haar bij voorbaat al als een oude maar nog steeds knappe dame, de laatste jaren eenzaam in een aanleunwoning slijten.
Ze had daar om moeten lachen: "Beter wachten op de ware dan een paar echtscheidingen", zei ze en keek meewarig naar het aantal gescheiden collega's waarvan een enkeling al met een derde leg bezig was.
Vanavond was het dan zover, haar eerste echte serieuze date. Het hele profiel, inclusief de foto, sloten naadloos aan bij haar verlanglijstje. Een lange - zij was ook niet klein en ze knuffelde nu eenmaal liever onder iemands kin dan met iemand onder haar kin - rijzige man van begin 50 die ergens een directeurspost vervulde, trouw en oprecht was, bereisd, al jaren gescheiden en de kinderen het huis uit, plannen om met vervroegd pensioen te gaan, gevoel voor humor, klassiek gekleed, net als zij een sportief golfer en nog veel meer.
Na een degelijk aantal e-mails werd de afspraak gemaakt; een kennismakingsetentje bij een zeer gerenommeerd restaurant.
Ze draaide nog een rondje voor de spiegel en vond dat ze er op haar hoge hakken en in haar simpele maar elegante zwarte jurkje perfect uitzag.
In de gang trok ze haar jas aan, pakte de auto- en huissleutels en vertrok.
Bij het restaurant keek de korte gezette jongeman die qua figuur in alle opzichten op zijn moeder leek maar het knappe gezicht van zijn vader had geërfd, met een mengeling van spanning en irritatie op zijn horloge.
Hij stond hier ruim op tijd de wachten op de Date, alles behalve te laat want dat maakte een enorm slechte indruk. De tijd van de afspraak kwam steeds dichterbij maar er was nog niemand te zien. Opnieuw keek hij op zijn horloge en opnieuw tuurde hij de straat af. Het was druk dus hoopte hij dat hij haar zou herkennen tussen al die mensen. Het voordeel was dat ze een vrouw alleen zou zijn en hij kende haar gezicht van de foto. Hij mocht haar onder geen beding mislopen. Zijn mobieltje ging, van schrik kreeg hij het dingetje dat "Have a little Faith" van Joe Cocker speelde, amper uit zijn binnenzak. "Ja papa? Waar ben je nu? Wat.... nee.... dat meen je niet!! Ja, ik weet dat je wat later zou komen maar dat de Mercedes juist nu een lekke band moet hebben! Ja, ja.... dat is jouw schuld niet, dat snap ik. Ja, ik zal het haar zeggen, tot zo!"
Hij keek weer naarstig om zich heen, zich niet bewust van de lange slanke vrouw die bijna met afschuw naar de man van de foto op de Dating Site had gekeken en zich afvroeg waarom iemand op zo'n site ouder wilde lijken in plaats van jonger, dat zou toch meer voor de hand liggen. En waarom iemand zo verschrikkelijk over leeftijd en lengte moest liegen. Wegwezen, dacht ze en stapte teleurgesteld maar met haar neus in de lucht, stevig door.
Helen
Als secretaresse zag ze ar altijd tip-top uit maar vandaag was een heel speciale dag, ze had een Date!
In een wereld van miljoenen vrijgezellen en bijna even veel Dating Sites was een Date natuurlijk niet uniek. Maar wel voor haar, de 40 jarige vrijgezelle die nog nooit de juiste man was tegengekomen.
De juiste mannen waren haar wel tegengekomen maar dat was niet tot haar doorgedrongen, ze had veel te veel voorkeuren op haar lijstje staan maar ook daar was ze zich niet van bewust. Anderen wel en die zagen haar bij voorbaat al als een oude maar nog steeds knappe dame, de laatste jaren eenzaam in een aanleunwoning slijten.
Ze had daar om moeten lachen: "Beter wachten op de ware dan een paar echtscheidingen", zei ze en keek meewarig naar het aantal gescheiden collega's waarvan een enkeling al met een derde leg bezig was.
Vanavond was het dan zover, haar eerste echte serieuze date. Het hele profiel, inclusief de foto, sloten naadloos aan bij haar verlanglijstje. Een lange - zij was ook niet klein en ze knuffelde nu eenmaal liever onder iemands kin dan met iemand onder haar kin - rijzige man van begin 50 die ergens een directeurspost vervulde, trouw en oprecht was, bereisd, al jaren gescheiden en de kinderen het huis uit, plannen om met vervroegd pensioen te gaan, gevoel voor humor, klassiek gekleed, net als zij een sportief golfer en nog veel meer.
Na een degelijk aantal e-mails werd de afspraak gemaakt; een kennismakingsetentje bij een zeer gerenommeerd restaurant.
Ze draaide nog een rondje voor de spiegel en vond dat ze er op haar hoge hakken en in haar simpele maar elegante zwarte jurkje perfect uitzag.
In de gang trok ze haar jas aan, pakte de auto- en huissleutels en vertrok.
Bij het restaurant keek de korte gezette jongeman die qua figuur in alle opzichten op zijn moeder leek maar het knappe gezicht van zijn vader had geërfd, met een mengeling van spanning en irritatie op zijn horloge.
Hij stond hier ruim op tijd de wachten op de Date, alles behalve te laat want dat maakte een enorm slechte indruk. De tijd van de afspraak kwam steeds dichterbij maar er was nog niemand te zien. Opnieuw keek hij op zijn horloge en opnieuw tuurde hij de straat af. Het was druk dus hoopte hij dat hij haar zou herkennen tussen al die mensen. Het voordeel was dat ze een vrouw alleen zou zijn en hij kende haar gezicht van de foto. Hij mocht haar onder geen beding mislopen. Zijn mobieltje ging, van schrik kreeg hij het dingetje dat "Have a little Faith" van Joe Cocker speelde, amper uit zijn binnenzak. "Ja papa? Waar ben je nu? Wat.... nee.... dat meen je niet!! Ja, ik weet dat je wat later zou komen maar dat de Mercedes juist nu een lekke band moet hebben! Ja, ja.... dat is jouw schuld niet, dat snap ik. Ja, ik zal het haar zeggen, tot zo!"
Hij keek weer naarstig om zich heen, zich niet bewust van de lange slanke vrouw die bijna met afschuw naar de man van de foto op de Dating Site had gekeken en zich afvroeg waarom iemand op zo'n site ouder wilde lijken in plaats van jonger, dat zou toch meer voor de hand liggen. En waarom iemand zo verschrikkelijk over leeftijd en lengte moest liegen. Wegwezen, dacht ze en stapte teleurgesteld maar met haar neus in de lucht, stevig door.
Helen
Labels:
afspraak,
date,
datingsite,
etentje,
golfen,
lezen,
mercedes,
mobieltje,
restaurant,
rijk,
schrijven,
slank,
verhaal
vrijdag 9 juni 2017
De kus op de wang
'De hele wereld is onderhevig aan ontwikkelingen.'
Als ik dit schrijf dan gaan (denk ik) jullie eerste gedachten uit naar technische dingen zoals raketten naar Mars, auto's, bedrijven, mobiele telefoons, sociale media. Maar ook onze mode, taal en gedragingen zijn onderhevig aan ontwikkelingen. We schrijven, praten en groeten niet meer zoals we dat in de 19e en 20ste eeuw deden. Onze smaak verandert, al of niet aangestuurd door het heersende modebeeld.
Iedere generatie tieners kent wel de ietwat gefrustreerde roep van de ouders: "Zet die rotmuziek eens uit! Niet om aan te horen! In onze jeugd had je tenminste nog echte muziek".
Ik wil even doorgaan op de 'gedragingen' en het 'groeten'.
Gelukkig wuiven (prachtig woord!) Koningin Maxima en Koning Willem Alexander niet meer zo als Koningin Emma of haar dochter Wilhelmina. Die wuifden van zich af, let maar eens goed op als je ze in oude filmpjes ziet.
We zijn met z'n allen een stuk losser geworden in onze begroetingen. Naar elkaar maar ook naar wildvreemden en hiermee kom ik bij 'de kus op de wang'.
Nog steeds niet gepensioneerd maar statistisch toch al 2 generaties mee gaand, kan ik mij de tijd dat er helemaal geen kus op de wang was, nog goed herinneren. Ja, wel bij mensen die je lief had zoals je ouders, broers of zusters, misschien een tante en oma maar niet bij vrienden en al helemaal niet bij onbekenden.
Maar heel, heel langzaam sloop de kus op de wang bij niet familieleden en vrienden er in.
Slechts 1 kusje, een oprecht kusje dat midden op je wang geplaatst werd en dat ook echt het geluid van een welgemeend kusje had.
En toen het ene kusje ingeburgerd was, werden het twee kusjes al of niet zonder geluid; ze werden namelijk steeds meer geblazen. Heel licht raakte de ene wang de andere en blies je voorzichtig ergens in de lucht ter hoogte van een oor. Door dat oor kon je natuurlijk niet te hard blazen.
En sinds alweer een redelijk aantal jaren kennen we drie kusjes. Als dat alleen nog maar voor intimi was, vond ik dat nog niet zo erg ondanks dat ik in het stadium van een kruising tussen 1 en 2 kusjes ben blijven hangen. Maar iedereen doet het!
Je wordt op een verjaardag voorgesteld aan nieuwe vrienden van het feestvarken en hup, 3 kusjes van een totale vreemde. Je kijkt voor de verandering een keertje naar een show en ja hoor, mensen die elkaar nog nooit eerder hebben gezien, kussen elkaar 3 keer op de wang!
En nog niet zo lang geleden kreeg ik ineens 4 kusjes! Dat schijnt de nieuwe 'ontwikkeling' (of is het 'mode') te zijn. Nog even en we besteden de helft van de tijd bij vriendschappen aan het blazen van 4 kusjes.
Je zal op een verjaardag of feestje met zo'n 50 mensen zijn. Reken maar uit, 50 x 4 is 200 kusjes. En aan 5 kusjes wil ik al helemaal niet denken.
Maar wat is dan nog de waarde van die kusjes, vraag ik mij af.
En dat in een tijd waar alles steeds schoner, hygiënischer, bacteriedodend (leve de Dettol en daardoor de groei van allergieën) moet zijn. Weet jij wat een wildvreemde in je oor blaast?
Misschien zijn de kussers onbewust op zoek naar de Kikker die Prins wordt....
En dan verlang ik weer naar vroeger (zo oud ben ik dus wel....) waarin een stevige korte handdruk meer zegt over degene die tegenover je staat dan een nietszeggende blaas in de buurt van je oor.
Wat dat betreft doen de Fransen het veel beter: bij iedere begroeting een stevige handdruk en een glimlach.
Maar ook verlang ik terug naar een welgemeende omhelzing bij de mensen waar je echt om geeft door even een arm om elkaar heen te slaan en de wangen tegen elkaar te leggen. Oprechte warmte die ik zo ontzettend veel meer vind zeggen dan 3 (oh nee, 4) kussen die maar door iedereen aan iedereen gegeven kunnen worden. De omhelzing daarentegen, is voor intimi. De stevige hand mag van mij de plaats van de kussen weer innemen.
Jullie en gezellig en vooral zonnig weekend wensend,
Helen.
Als ik dit schrijf dan gaan (denk ik) jullie eerste gedachten uit naar technische dingen zoals raketten naar Mars, auto's, bedrijven, mobiele telefoons, sociale media. Maar ook onze mode, taal en gedragingen zijn onderhevig aan ontwikkelingen. We schrijven, praten en groeten niet meer zoals we dat in de 19e en 20ste eeuw deden. Onze smaak verandert, al of niet aangestuurd door het heersende modebeeld.
Iedere generatie tieners kent wel de ietwat gefrustreerde roep van de ouders: "Zet die rotmuziek eens uit! Niet om aan te horen! In onze jeugd had je tenminste nog echte muziek".
Ik wil even doorgaan op de 'gedragingen' en het 'groeten'.
Gelukkig wuiven (prachtig woord!) Koningin Maxima en Koning Willem Alexander niet meer zo als Koningin Emma of haar dochter Wilhelmina. Die wuifden van zich af, let maar eens goed op als je ze in oude filmpjes ziet.
We zijn met z'n allen een stuk losser geworden in onze begroetingen. Naar elkaar maar ook naar wildvreemden en hiermee kom ik bij 'de kus op de wang'.
Nog steeds niet gepensioneerd maar statistisch toch al 2 generaties mee gaand, kan ik mij de tijd dat er helemaal geen kus op de wang was, nog goed herinneren. Ja, wel bij mensen die je lief had zoals je ouders, broers of zusters, misschien een tante en oma maar niet bij vrienden en al helemaal niet bij onbekenden.
Maar heel, heel langzaam sloop de kus op de wang bij niet familieleden en vrienden er in.
Slechts 1 kusje, een oprecht kusje dat midden op je wang geplaatst werd en dat ook echt het geluid van een welgemeend kusje had.
En toen het ene kusje ingeburgerd was, werden het twee kusjes al of niet zonder geluid; ze werden namelijk steeds meer geblazen. Heel licht raakte de ene wang de andere en blies je voorzichtig ergens in de lucht ter hoogte van een oor. Door dat oor kon je natuurlijk niet te hard blazen.
En sinds alweer een redelijk aantal jaren kennen we drie kusjes. Als dat alleen nog maar voor intimi was, vond ik dat nog niet zo erg ondanks dat ik in het stadium van een kruising tussen 1 en 2 kusjes ben blijven hangen. Maar iedereen doet het!
Je wordt op een verjaardag voorgesteld aan nieuwe vrienden van het feestvarken en hup, 3 kusjes van een totale vreemde. Je kijkt voor de verandering een keertje naar een show en ja hoor, mensen die elkaar nog nooit eerder hebben gezien, kussen elkaar 3 keer op de wang!
En nog niet zo lang geleden kreeg ik ineens 4 kusjes! Dat schijnt de nieuwe 'ontwikkeling' (of is het 'mode') te zijn. Nog even en we besteden de helft van de tijd bij vriendschappen aan het blazen van 4 kusjes.
Je zal op een verjaardag of feestje met zo'n 50 mensen zijn. Reken maar uit, 50 x 4 is 200 kusjes. En aan 5 kusjes wil ik al helemaal niet denken.
Maar wat is dan nog de waarde van die kusjes, vraag ik mij af.
En dat in een tijd waar alles steeds schoner, hygiënischer, bacteriedodend (leve de Dettol en daardoor de groei van allergieën) moet zijn. Weet jij wat een wildvreemde in je oor blaast?
Misschien zijn de kussers onbewust op zoek naar de Kikker die Prins wordt....
En dan verlang ik weer naar vroeger (zo oud ben ik dus wel....) waarin een stevige korte handdruk meer zegt over degene die tegenover je staat dan een nietszeggende blaas in de buurt van je oor.
Wat dat betreft doen de Fransen het veel beter: bij iedere begroeting een stevige handdruk en een glimlach.
Maar ook verlang ik terug naar een welgemeende omhelzing bij de mensen waar je echt om geeft door even een arm om elkaar heen te slaan en de wangen tegen elkaar te leggen. Oprechte warmte die ik zo ontzettend veel meer vind zeggen dan 3 (oh nee, 4) kussen die maar door iedereen aan iedereen gegeven kunnen worden. De omhelzing daarentegen, is voor intimi. De stevige hand mag van mij de plaats van de kussen weer innemen.
Jullie en gezellig en vooral zonnig weekend wensend,
Helen.
woensdag 7 juni 2017
Van dik hout zaagt men planken
Tijdens de storm van gisteren moest ik daar ineens aan denken.
Het gezegde bestaat natuurlijk al eeuwen en ik denk dat ook iedereen de betekenis wel kent.
Maar dit gezegde is voor mij onlosmakelijk verbonden met een kort gedichtje van 'oom' Klaas die geen geen echte oom was maar behoorde tot de grote vriendenkring van mijn moeder, haar zusters en broer. Deze vrienden vonden altijd onderdak en gezelligheid bij mijn grootouders. Graag kijk ik nog in de foto albums uit die tijd; langwerpige boeken met een zwarte kaft en bruine bladzijden met daarin kleine sneetjes waar de hoekjes van de foto's doorheen geduwd werden.
Ik zie dan jongens en meisjes in de leeftijd van 17 tot 24 die half zittend en staand, lachend op de foto gaan. Jongens met ronde brilletjes, het haar boven de oren en aan de achterkant kort geknipt. Onwillige kuiven met Brillantine. Broeken met bijna rechte pijpen die aan de onderkant omgeslagen zijn. Jasjes met een gesloten knoop.
Of in de zomer op de steiger aan de Zaan. De dames zittend in badpak of tweedelig badpak (zoals de bikini toen nog heette en waarvan mijn overgrootmoeder zei: "Kind, is dat wel verstandig? Daar kunnen mannen niet tegen"), achteroverleunend en de enkels over elkaar geslagen. De mannen staand of op hun hurken, de zwembroeken nog boven de navel. Wat mij vooral opvalt is dat iedereen in die tijd slank was. Maar dit zijn foto's van in of vlak na de oorlog.
Veel van deze vriendschappen waren levenslang. Ik kan mij nog een reünie herinneren in de jaren 70.
Helaas waren aan aantal vrienden al overleden maar bijna iedereen van de foto's was er. Wat een dag, wat een gelach. Want lachen konden ze.
Oom Klaas was dus zo'n vriend die ik tot een paar jaar voor zijn dood nog mee heb mogen maken. Helaas werd hij kort nadat hij na de dood van zijn vrouw weer een partner had, erg dement en het laatste nieuws dateert uit 2008 toen hij niemand meer herkende.
Oom Klaas kon prachtig gitaar spelen en schreef zelf zijn teksten. Waar hij vooral sterk in was, waren korte gedichtjes. Een 1 gedichtje ben ik nooit meer vergeten en heeft alles te maken met het gezegde waar ik mee begon: van dik hout zaagt men planken.
Als ode aan oom Klaas die zo graag mocht lachen, gitaar spelen en dichten:
'Een Den uit Frederiksoord
Was bezig af te slanken
Want van een Eik had zij gehoord
Van dik hout zaagt men planken'
Helen
Het gezegde bestaat natuurlijk al eeuwen en ik denk dat ook iedereen de betekenis wel kent.
Mijn grootouders, tantes, oom en moeder (R) December 1945 |
Ik zie dan jongens en meisjes in de leeftijd van 17 tot 24 die half zittend en staand, lachend op de foto gaan. Jongens met ronde brilletjes, het haar boven de oren en aan de achterkant kort geknipt. Onwillige kuiven met Brillantine. Broeken met bijna rechte pijpen die aan de onderkant omgeslagen zijn. Jasjes met een gesloten knoop.
Of in de zomer op de steiger aan de Zaan. De dames zittend in badpak of tweedelig badpak (zoals de bikini toen nog heette en waarvan mijn overgrootmoeder zei: "Kind, is dat wel verstandig? Daar kunnen mannen niet tegen"), achteroverleunend en de enkels over elkaar geslagen. De mannen staand of op hun hurken, de zwembroeken nog boven de navel. Wat mij vooral opvalt is dat iedereen in die tijd slank was. Maar dit zijn foto's van in of vlak na de oorlog.
Veel van deze vriendschappen waren levenslang. Ik kan mij nog een reünie herinneren in de jaren 70.
Helaas waren aan aantal vrienden al overleden maar bijna iedereen van de foto's was er. Wat een dag, wat een gelach. Want lachen konden ze.
Oom Klaas was dus zo'n vriend die ik tot een paar jaar voor zijn dood nog mee heb mogen maken. Helaas werd hij kort nadat hij na de dood van zijn vrouw weer een partner had, erg dement en het laatste nieuws dateert uit 2008 toen hij niemand meer herkende.
Oom Klaas kon prachtig gitaar spelen en schreef zelf zijn teksten. Waar hij vooral sterk in was, waren korte gedichtjes. Een 1 gedichtje ben ik nooit meer vergeten en heeft alles te maken met het gezegde waar ik mee begon: van dik hout zaagt men planken.
Als ode aan oom Klaas die zo graag mocht lachen, gitaar spelen en dichten:
'Een Den uit Frederiksoord
Was bezig af te slanken
Want van een Eik had zij gehoord
Van dik hout zaagt men planken'
Helen
zondag 4 juni 2017
Boeken, kakelende kippen en macaroni
De zon schijnt, het waait en de luie stoel staat klaar om er straks in te.... juist, luieren.
Nu zit ik aan mijn eerste ochtendkopje en kijk mijmerend uit over de tuin. Mijn achtergrondmuziek is de wind in de bomen en het kakelen van mijn goudbruine Serama krieltje.
Serama's zijn de kleinste soort krielkipjes, kriel-krieltjes. Er lopen er 3 in de ren: de goudbruine, een zwartwitte en een bijna zwarte met donkerbruine veertjes. Het is een schattig en uiterst vriendelijk ras en ideaal voor kinderen die (onder toezicht) even met een kipje willen knuffelen.
De eitjes van de Serama zijn uiteraard ook 'kriel' maar wel erg lekker. Mijn Goudbruine is de meest trouwe eierlegster en kakelt daarbij dat het een lieve lust is. Soms worden de andere krieltjes (6 in totaal) daar wat onrustig van, net of ze niet kunnen wachten het wonder Krielei te kunnen aanschouwen. Misschien is de oudste van 9, een Javaanse Kriel, ietwat jaloers. Niet dat ze zich zo gedraagt, integendeel, maar ze legt al zeker 6 jaar geen eieren meer.
De jongste hond moet ook altijd even komen kijken, hij vindt de kippen een eeuwigdurende bron van vermaak, bemoeit zich ermee als er even gekibbeld wordt en wacht ook met spanning af tot het ei gelegd is.
Lang leve het landleven!
Het ruikt hier zo lekker. In de Slow Cooker staan de groenten voor de macaroni te garen.
Waar ik vroeger met tegenzin 's middags ging koken (ik ben geen Chef en begin altijd te laat), verheug ik mij er nu 's morgens op alle ingrediënten voor de maaltijd van de dag in de Slow Cooker te doen en de rest van de dag genietend de heerlijke geuren op te snuiven. Het heeft slechts 1 nadeel.... ik heb eind van de middag zoveel trek dat ik mij moet beheersen niet meer te eten dan goed voor mij is!
Meer over de Slow Cooker op mijn pagina die je ook in de rechter kolom onder de verkooppunten van mijn boekje vindt. Mocht jezelf een recept op deze pagina delen, mail mij.
Vorige week heb ik zo'n ontzettend leuk boek gelezen! Een boek dat je in een adem uit kunt lezen maar het niet doet omdat je zo lang mogelijk mee wilt doen.
Het boek 'Pogingen iets van het leven te maken. Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83,5 jaar', winnaar NS publieksprijs 2016., Meulenhof Boekerij B.V.
Recensie: 'Hendrik Groen mag dan oud zijn, hij is nog lang niet van plan zich eronder te laten krijgen. Toegegeven: zijn dagelijkse wandelingen worden steeds korter omdat de benen niet meer willen en hij moet regelmatig naar de huisarts. Technisch gesproken is hij bejaard. Maar waarom zou het leven dan alleen nog moeten bestaan uit koffie drinken achter de geraniums? In korte, ogenschijnlijk luchtige, maar vooral openhartige dagboekfragmenten laat Hendrik Groen je een jaar lang meeleven met de ups en downs van het leven in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Op de laatste dag van het jaar zal het nog moeilijk zijn om afscheid te nemen van dit charmante personage...'
Ook ik ben ontzettend van Hendrik Groen gaan houden, hij zou beslist mijn opa mogen zijn en wat was ik dan graag bij hem op bezoek gegaan.
Het boekje heeft mij ook aan het denken gezet want eerlijk is eerlijk, ik zit nog maar 22 jaar van Hendrik verwijderd. Zijn dagboek kan zomaar over 22 jaar mijn deel van leven zijn. En wat is nu 22 jaar....
Toen ik ruim 10 jaar geleden tegen mijn wijze oude buurvrouw (nu 94) zei: "Soms ben ik een beetje jaloers op u. Heerlijk met pensioen, niets hoeft meer" antwoordde ze: "Het klinkt zo heerlijk maar weet je, in mijn hoofd ben ik nog 20 maar mijn lijf wil niet meer mee. En dat 'botst' wel eens".
Ze heeft gelijk, in je hoofd verander je niet, wil je nog van alles en denk je dat je dat ook kan. Maar mijn buurvrouw die overigens nog steeds in haar huisje woont, en Hendrik hebben gelijk. Het lijf gaat achterlopen.
De manier waarop Hendrik Groen er mee omgaat vind ik ontroerend en dapper. Mocht je het nog niet gelezen hebben, dan nu doen!
Fijne Pinksterdagen!
Helen
Nu zit ik aan mijn eerste ochtendkopje en kijk mijmerend uit over de tuin. Mijn achtergrondmuziek is de wind in de bomen en het kakelen van mijn goudbruine Serama krieltje.
Serama's zijn de kleinste soort krielkipjes, kriel-krieltjes. Er lopen er 3 in de ren: de goudbruine, een zwartwitte en een bijna zwarte met donkerbruine veertjes. Het is een schattig en uiterst vriendelijk ras en ideaal voor kinderen die (onder toezicht) even met een kipje willen knuffelen.
De eitjes van de Serama zijn uiteraard ook 'kriel' maar wel erg lekker. Mijn Goudbruine is de meest trouwe eierlegster en kakelt daarbij dat het een lieve lust is. Soms worden de andere krieltjes (6 in totaal) daar wat onrustig van, net of ze niet kunnen wachten het wonder Krielei te kunnen aanschouwen. Misschien is de oudste van 9, een Javaanse Kriel, ietwat jaloers. Niet dat ze zich zo gedraagt, integendeel, maar ze legt al zeker 6 jaar geen eieren meer.
De jongste hond moet ook altijd even komen kijken, hij vindt de kippen een eeuwigdurende bron van vermaak, bemoeit zich ermee als er even gekibbeld wordt en wacht ook met spanning af tot het ei gelegd is.
Lang leve het landleven!
Het ruikt hier zo lekker. In de Slow Cooker staan de groenten voor de macaroni te garen.
Waar ik vroeger met tegenzin 's middags ging koken (ik ben geen Chef en begin altijd te laat), verheug ik mij er nu 's morgens op alle ingrediënten voor de maaltijd van de dag in de Slow Cooker te doen en de rest van de dag genietend de heerlijke geuren op te snuiven. Het heeft slechts 1 nadeel.... ik heb eind van de middag zoveel trek dat ik mij moet beheersen niet meer te eten dan goed voor mij is!
Meer over de Slow Cooker op mijn pagina die je ook in de rechter kolom onder de verkooppunten van mijn boekje vindt. Mocht jezelf een recept op deze pagina delen, mail mij.
Vorige week heb ik zo'n ontzettend leuk boek gelezen! Een boek dat je in een adem uit kunt lezen maar het niet doet omdat je zo lang mogelijk mee wilt doen.
Het boek 'Pogingen iets van het leven te maken. Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83,5 jaar', winnaar NS publieksprijs 2016., Meulenhof Boekerij B.V.
Recensie: 'Hendrik Groen mag dan oud zijn, hij is nog lang niet van plan zich eronder te laten krijgen. Toegegeven: zijn dagelijkse wandelingen worden steeds korter omdat de benen niet meer willen en hij moet regelmatig naar de huisarts. Technisch gesproken is hij bejaard. Maar waarom zou het leven dan alleen nog moeten bestaan uit koffie drinken achter de geraniums? In korte, ogenschijnlijk luchtige, maar vooral openhartige dagboekfragmenten laat Hendrik Groen je een jaar lang meeleven met de ups en downs van het leven in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Op de laatste dag van het jaar zal het nog moeilijk zijn om afscheid te nemen van dit charmante personage...'
Ook ik ben ontzettend van Hendrik Groen gaan houden, hij zou beslist mijn opa mogen zijn en wat was ik dan graag bij hem op bezoek gegaan.
Het boekje heeft mij ook aan het denken gezet want eerlijk is eerlijk, ik zit nog maar 22 jaar van Hendrik verwijderd. Zijn dagboek kan zomaar over 22 jaar mijn deel van leven zijn. En wat is nu 22 jaar....
Toen ik ruim 10 jaar geleden tegen mijn wijze oude buurvrouw (nu 94) zei: "Soms ben ik een beetje jaloers op u. Heerlijk met pensioen, niets hoeft meer" antwoordde ze: "Het klinkt zo heerlijk maar weet je, in mijn hoofd ben ik nog 20 maar mijn lijf wil niet meer mee. En dat 'botst' wel eens".
Ze heeft gelijk, in je hoofd verander je niet, wil je nog van alles en denk je dat je dat ook kan. Maar mijn buurvrouw die overigens nog steeds in haar huisje woont, en Hendrik hebben gelijk. Het lijf gaat achterlopen.
De manier waarop Hendrik Groen er mee omgaat vind ik ontroerend en dapper. Mocht je het nog niet gelezen hebben, dan nu doen!
Fijne Pinksterdagen!
Helen
Labels:
boeken,
eieren,
genieten,
kippen,
krieltjes,
lezen,
macaroni,
serama,
slowcooker,
wind,
zomer,
zon
Abonneren op:
Posts (Atom)