Het gezegde bestaat natuurlijk al eeuwen en ik denk dat ook iedereen de betekenis wel kent.
Mijn grootouders, tantes, oom en moeder (R) December 1945 |
Ik zie dan jongens en meisjes in de leeftijd van 17 tot 24 die half zittend en staand, lachend op de foto gaan. Jongens met ronde brilletjes, het haar boven de oren en aan de achterkant kort geknipt. Onwillige kuiven met Brillantine. Broeken met bijna rechte pijpen die aan de onderkant omgeslagen zijn. Jasjes met een gesloten knoop.
Of in de zomer op de steiger aan de Zaan. De dames zittend in badpak of tweedelig badpak (zoals de bikini toen nog heette en waarvan mijn overgrootmoeder zei: "Kind, is dat wel verstandig? Daar kunnen mannen niet tegen"), achteroverleunend en de enkels over elkaar geslagen. De mannen staand of op hun hurken, de zwembroeken nog boven de navel. Wat mij vooral opvalt is dat iedereen in die tijd slank was. Maar dit zijn foto's van in of vlak na de oorlog.
Veel van deze vriendschappen waren levenslang. Ik kan mij nog een reünie herinneren in de jaren 70.
Helaas waren aan aantal vrienden al overleden maar bijna iedereen van de foto's was er. Wat een dag, wat een gelach. Want lachen konden ze.
Oom Klaas was dus zo'n vriend die ik tot een paar jaar voor zijn dood nog mee heb mogen maken. Helaas werd hij kort nadat hij na de dood van zijn vrouw weer een partner had, erg dement en het laatste nieuws dateert uit 2008 toen hij niemand meer herkende.
Oom Klaas kon prachtig gitaar spelen en schreef zelf zijn teksten. Waar hij vooral sterk in was, waren korte gedichtjes. Een 1 gedichtje ben ik nooit meer vergeten en heeft alles te maken met het gezegde waar ik mee begon: van dik hout zaagt men planken.
Als ode aan oom Klaas die zo graag mocht lachen, gitaar spelen en dichten:
'Een Den uit Frederiksoord
Was bezig af te slanken
Want van een Eik had zij gehoord
Van dik hout zaagt men planken'
Helen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten